Jones, K.P. et. al. (2002)

The allergenicity of feather bedding material

Jones KP, Rolf S, Stingl C, Walters GE, Davies BH.
Allergy. 2002 Mar;57(3):266.

Achtergrond:
Het onafgebroken contact met hoge allergenenniveaus is een bekende risicofactor voor atopische astma en ander allergische aandoeningen. Daarom is het vermijden van allergenen de eerste belangrijke stap voor de getroffen allergische persoon.

Onderzoeksontwerp:
In het onderhavige onderzoek wordt het belang van de sensibiliteit op veren dekbedden bij bekende huisstofmijtenallergie bij 105 patiënten onderzocht. Voor de voorgeschreven priktest werden allergenen van huisstofmijten (Der p1), grassen, kattenharen en extracten uit kippen- en eendenveren, evenals polyester-vulmateriaal gebruikt. De resultaten van de huidpriktest waren positief bij een bultjesafmeting > 3 mm in vergelijking met de controlegroep (25 niet-atopische personen).

Resultaten:
Alle atopische patiënten reageerden op huisstofmijten, velen ook op grassen en/of kattenharen. De proteïneconcentratie van beide verenexacten was zeer laag, een indicator voor de effectiviteit van het wasproces van de veren voorafgaand aan de verwerking tot beddengoed. Als gevolg daarvan konden er ook geen positieve reacties worden aangetoond als gevolg van de veren- of synthetische vullingen.

Betekenis:
Het onderzoek komt tot de conclusie dat het veren-vulmateriaal niet tot de ontwikkeling van een verenallergie leidt.
Interessant is uiteindelijk het aspect dat veren voor de verwerking meerdere malen worden gewassen en daarmee een lager allergeenpotentieel vertonen dan synthetische vullingen.